De Heuvelentocht op zondag 21 oktober 2018

In Huis aan Huis van woensdag 17 oktober 2018 stond een wervend artikel over de Heuvelentocht van de LWC. Ik nam het voor kennisgeving aan.
In februari 2016 reed ik samen met mijn vriend Johan (fanatiek sportschoolbezoeker) en zijn zoon (commando in opleiding) de Bentheimer Waldtocht. Dat vergde een uiterste krachtsinspanning van mij, temeer omdat de weersomstandigheden toen niet optimaal waren (keiharde wind, regen en koud). Ik raakte wat achterop en arriveerde als laatste bij de finish. Ik ging er van uit dat wij daarom geen gezamenlijke toertochten meer gingen ondernemen (want was ik te langzaam?). Tenslotte scheelden wij ook wel wat in leeftijd (en reed ik slechts op zondagmorgen een rondje van doorgaans een kleine 50 kilometer). Maar kortgeleden ging mijn telefoon, Johan nodigde mij uit de Heuvelentocht 2018 te gaan rijden. Het maakte mij blij, ik mocht (weer) met de grote jongens meedoen. De keus viel op de 34 kilometer route (waarbij wij uiteindelijk op een totaal van zo’n 50 kilometer uit zouden komen). Mijn plan was om zaterdagavond op tijd naar bed te gaan om uitgerust aan de onderneming te beginnen. Helaas gaf mijn oudste zoon een verjaardagsfeestje en werd het 02.30 voor ik in slaap viel. Om 07.00 u het bed uit.

Het Oldenzaalse Veen

Johan haalt mij om 08.00 u op en wij fietsen naar het startpunt. Van alle kanten stromen deelnemers toe, bij de Steenfabriek krioelt het van “duizenden” MTB’ers. Wij ontmoeten nog wat medestrijders en gaan een clubje van 10 vormen. Ik schrijf mij vlotjes in en weet mij zo verzekerd van een bakje erwtensoep (ben ik overigens dan ook verzekerd?). Ik krijg een prachtig deelnemerscertificaat uitgereikt. Dat kan ik aan mijn fietsstuur bevestigen maar dat doe ik te onhandig en hangt het al direct op half elf. Onze club vertrekt, dwars door de oude Steenfabriek waar een hoge schoorsteen bovenuit steekt, leuk. Het verkeer wordt voor ons stilgelegd en kort daarna duiken wij het Oldenzaalse Veen in. Iedereen blijft (nog) netjes achter elkaar, maar later duiken toch de “wedstrijdrijders” op. Wij gaan het landgoed Lindermaten binnen en dat zijn zandpaden. Vóór ons een groepje in wielerkleding die al staand ons tot kalmte manen. Er liggen her en der mountainbikes in de berm. Pas dan neem ik waar dat een MTB’er blijkbaar onderuit is gegaan. Die ligt op zijn buik, half in de droge sloot en dat ziet er niet goed uit. Wij rijden maar door er is hulp genoeg. Maar ik ben in ieder geval gewaarschuwd en ik neem mij voor om afstand te houden. Desondanks moet ik fors in de remmen op een stoffig stukje single track bij de Judith Hoeve. Voor mij werd opeens keihard in de remmen geknepen. Er volgen nog wat single tracks (zoals bij het Losser Hof) en die gaan tegen de richting van de bolletje/pijltje route in (dat zullen de zondagse MTB’ers niet leuk vinden). Achter mij wordt “hoog op” geroepen en ik laat een “wedstrijdrijder” voor gaan. Maar nu rijd ik gewoon achter hém aan, in plaats van híj achter mij want er doet zich filevorming voor. Desondanks halen regelmatig goed getrainde atleten in op de onmogelijkste plekken. Het zij ze gegund (als ik er maar geen last van heb).

Jan met Fridse Mobach (voorzitter LWC)

Ik zie op mijn fietscomputertje dat de kilometers zich vlotjes aaneenrijgen. De splitsing tussen de 34 en 52 kilometer route nadert. En dan wordt er tóch voor de lange route gekozen. Dat is dus niet afgesproken. Maar ik voel mij goed en volg de meute maar. De paden zijn prima te berijden, niks geen modder. Opeens valt het stil, de oorzaak is een steil stuk zanderig afdalen. Ik zie weifelende MTB’ers en kies er uiteindelijk toch maar voor om te voet naar beneden te gaan. Ik ben niet de enige. Wij gaan het Lutterzand in over stukken die alleen vandaag toegankelijk zijn. Toch vraag ik mij af hoe het dan komt dat er duidelijk sporen van regelmatig berijden zijn waar te nemen? Het gaat woest snel over de kronkelende, zanderige bospaden. Het is oppassen voor de houten paaltjes die het verloop van het pad markeren. En daar gaat er tóch weer een onderuit, het loopt goed af. En opeens is daar de pauze plek. Een heerlijk kopje warme thee met een krentenbol kikkert mij weer op. Opeens hoor ik mijn naam roepen. Het blijkt (oud collega) Fridse Mobach te zijn. Hij voorspelt dat het ergste van de route nog moet komen (kan ik nog vluchten?).

Jan Riedeman in actie

En dan rijgen de Twentse Heuvelen zich aaneen. Allereerst de Hakenberg, dan de Paasberg, vervolgens de Tankenberg en tenslotte de Wilmersberg. Wij komen wat op verhaal als wij weer hergroeperen. Na dit alles volgen er lange (gladgemaaide) stroken over graslanden. En die vind ik misschien nog wel lastiger dan de beklimmingen. Gelukkig is het droog. Ik moet er niet aan denken hoe deze ondergrond zou zijn na een forse regenbui. Tot mijn verrassing hoor ik het gewijde geluid van een kerkklokje. Wat betekent dat? Het past eigenlijk wel in deze, “Bethlehem” genaamde omgeving. En dan verschijnen daar opeens de schuin gekruiste rood/witte waarschuwingsborden die een onbewaakte spoorwegovergang aanduiden. Moet ik nu stoppen? Nee, het hoort bij het transportsysteem van de Steenfabriek en iets verderop zie ik de hoge gele FINISH boog. En dat betekent dat wij er al zijn, de Heuvelentocht zit er op. Precies 52 kilometer gereden en ik voel mij prima. Bij de afspuitplaats verwijder ik het stof van mijn MTB. En weer loop ik Fridse tegen het lijf, ik maak een selfie (de fabrieksschoorsteen gezellig tussen ons in).

De finishboog is in zicht

Beloning wacht, er is voldoende erwtensoep (met plakjes rookworst). Ik zie ook al flesjes Grolsch Herfstbok op tafeltjes staan. Daar ben ik nog niet aan toe. Nog wat napraten en dan de laatste kilometers voldaan op weg naar huis. Diep in de middag van deze prachtige najaarsdag volgt ook voor mij een flesje Grolsch bok als ultieme beloning (en vooruit, nog maar ééntje). Ik kijk terug op een fantastische door LWC georganiseerde Heuvelentocht. Heeft het mij voldoende inspiratie gebracht om straks toch weer die “wereldberoemde” Bentheimer Waldtocht te gaan rijden?